- Home »
- Solutions »
- Sustainability »
- Interview: Risico’s van klimaatverandering
7 min leestijd
DOOR RENÉ BOGAARTS - INTERVIEW OP MAAT
Klimaatverandering treft niet alleen energiebedrijven. Volgens vermogensbeheerder
DWS gaat het iedereen aan. ‘Financiële risico’s en morele dilemma’s komen dicht bij
elkaar te liggen.’
'Wij gaan sterk uit van de zeventien SDG’s van de VN en kijken of onze investeringen aan de goede of de slechte kant daarvan liggen.'
‘Jarenlang dacht de financiële wereld bij duurzaamheid alleen aan de carbon footprint. Investeerders keken meestal naar de risico’s waaraan de energie-, nuts- en transportbedrijven in hun portefeuille bloot stonden’, zegt Michael Lewis. ‘Zo beperkt is het inmiddels al lang niet meer. Veel meer bedrijven lopen klimaatrisico’s, ook nu al. En die hebben niet alleen te maken met fysieke bedreigingen, maar ook met de risico’s die voortkomen uit de energietransitie en uit wettelijke aansprakelijkheden.’
Lewis, Head of ESG Thematic Research bij vermogensbeheerder DWS, is op 31 oktober een van de sprekers tijdens het seminar over Climate Change & Energy Transition in a Disruptive World. Dat deze door Financial Investigator georganiseerde bijeenkomst in Amsterdam plaatsvindt, is geen toeval. Volgens Lewis kijkt de hele financiële wereld naar wat er hier en in Scandinavië gebeurt. ‘Hier zie je waar het op ESG-gebied naartoe gaat. Hoe dat komt? In Nederland zitten klanten die vooroplopen en ESG in hun beleid hebben geïntegreerd. In de Verenigde Staten en Azië is men nog lang niet zo ver.’
‘Wetenschappers spraken in de jaren zeventig al over klimaatrisico’s, maar de financiële wereld heeft daar toen nauwelijks op gereageerd. Dat begon te veranderen in 2015, toen Mark Carney, de baas van de Bank of England, op de financiële risico’s van klimaatverandering wees, de Verenigde Naties hun zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) ontwikkelden en het Klimaatakkoord van Parijs werd opgesteld. Dat heeft de financiële wereld wakker geschud. Daarom zien we nu een grote versnelling op dat gebied. Onze sector liep dramatisch achter en doet dat nog steeds.’
Als de wetenschappers gelijk krijgen, en tot op heden hebben ze dat, krijgen we te maken met steeds grotere risico’s’, legt Lewis uit. ‘Maar we worden nu al met gevolgen van klimaatverandering geconfronteerd. Stormen, orkanen, droogte, overstromingen, sommige investeringen hebben daar direct last van. Daarnaast krijgen we te maken met transitierisico’s. Sommigen denken dat zoiets pas in 2025 of 2030 zal gebeuren, maar het gebeurt nu al. Energiebedrijven, autoproducenten en nutsbedrijven, investeringen waarvan je dacht dat ze veilig waren, blijken ineens bloot te staan aan allerlei risico’s. Onze afdeling research tracht die allemaal in kaart te brengen.’
DWS, een vermogensbeheerder met ruim 700 miljard euro aan assets under management, was lange tijd een volledige dochteronderneming van Deutsche Bank. Vorig jaar kreeg het bedrijf een eigen notering aan de beurs in Frankfurt. Deutsche Bank heeft een belang van 77,5%. ‘Doordat DWS al sinds begin jaren ‘90 aan duurzaamheid werkt, is dit thema een deel van ons DNA geworden’, zegt Lewis.
Bij zijn benadering van klimaatrisico’s haakt DWS aan bij het onderscheid dat Carney in 2015 maakte. In zijn toespraak ‘Breaking the tragedy of horizon’ wees hij niet alleen op directe, fysieke klimaatrisico’s, zoals blootstelling aan droogte, stormen en verstromingen, maar ook op risico’s die samenhangen met de energietransitie en het risico dat bedrijven en overheden voor de rechter gesleept worden omdat ze te weinig hebben gedaan. ‘De risico’s zijn heel divers en daar worden we ons pas langzaam van bewust.’
‘Die directe klimaatrisico’s treffen bijvoorbeeld niet alleen energie- en transportbedrijven’, zegt Lewis. ‘Moderne bedrijven hebben vaak lange en complexe aanvoerlijnen. Dat maakt ze net zo kwetsbaar. Zo halen veel levensmiddelenbedrijven grondstoffen uit Latijns-Amerika of Afrika, waar de risico’s van natuurrampen groot zijn. Aangezien allerlei bedrijven nu al te maken krijgen met de energietransitie, vormen aansprakelijkheidsrisico’s een nieuwe, zeer interessante categorie. Eerder dit jaar waren er 1.200 rechtszaken hangende, waarvan 950 in de VS. Niet onverwacht natuurlijk, want als er in de VS financiële verliezen dreigen, zijn er meestal wel advocaten in de buurt. De rechtszaken tegen het Californische elektriciteitsbedrijf PG&E zijn een goed voorbeeld. Het bedrijf had nagelaten zijn distributienetwerk op peil te houden. Samen met de grote droogte zou dat een rol gespeeld hebben in een van de grootste, duurste en dodelijkste bosbranden in de geschiedenis van Californië.’
'Aangezien allerlei bedrijven nu al te maken krijgen met de energietransitie, vormen aansprakelijkheidsrisico’s een nieuwe, zeer interessante categorie.'
Analyseren
DWS loopt volgens Lewis voorop bij het verzamelen en analyseren van gegevens. ‘Het eerste waar we op letten, zijn governmental issues, waarbij we gebruikmaakten van proxy voting en engagement. Governance, waar we al sinds 1994 mee bezig zijn, vormde later een belangrijke aanjager voor de andere ESG-aspecten. In 1997 hebben we grote stappen gezet op het gebied van social impact en impact investing. Dat begon met microkredieten, maar is inmiddels in een veel breder kader gezet, waarbij we kijken naar basisbehoeften en zaken als mensenrechten, empowerment van vrouwen, klimaatverandering en meer recent ook mensensmokkel.’
‘Een van de dapperste dingen die DWS gedaan heeft, was klimaatverandering benoemen als een megatrend voor investeerders. Dat was in 2005! Ik zal niet zeggen dat we uitgelachen werden, maar men was verbaasd’, aldus Lewis. ‘In 2006 kwam Al Gore onze managers en portefeuillebeheerders over risico’s vertellen en in 2007 hebben we een onderzoeksteam naar klimaatrisico’s opgezet. Dat was vrij revolutionair, maar het tragische was dat we vijf tot tien jaar te vroeg waren. De markten waren nog niet klaar, omdat de rendementen in traditionele beleggingsklassen nog goed waren. Na de inanciële crisis, en nu de rente ingestort is tot 0% en overheden ESG-maatregelen nemen, valt het
onderwerp in vruchtbaardere grond.’
‘Als overheden niets doen tegen klimaatverandering, of te weinig, of te laat, krijgen we de komende decennia te maken met een temperatuurverhoging van 3,5 graad. De zeespiegelstijging en de frequentie waarmee orkanen voorkomen, zullen versnellen en schade veroorzaken. Toen in 2011 een tsunami in Thailand de aanvoerlijnen van de elektronica- en auto-industrie plat legde, zagen we hoe dat de financiële prestaties van bedrijven beïnvloedde.’
‘Maar we zijn optimistisch. Overheden en politici zullen zeker actie ondernemen’, zegt Lewis. ‘Daarmee zijn die fysieke risico’s niet meteen verdwenen, verre van zelfs, maar er komen vanuit financieel oogpunt nieuwe risico’s bij die te maken hebben met de transitie. De truc zit hem in de vraag hoe we die risico’s in alle sectoren kunnen integreren om stevigere portfolio’s samen te stellen. Dat is een doorlopend proces. We zijn nog niet zo ver dat we over alle benodigde gegevens beschikken. We moeten de data soms gewoon martelen om zeker te zijn dat ze betrouwbaar zijn en geschikt voor gebruik. En om te zien waar we informatie missen.’
Volgens Lewis heeft DWS de analyse voor transitierisico’s inmiddels goed geïntegreerd. ‘Dat zal met fysieke risico’s ook gebeuren. Voor aansprakelijkheidsrisico’s zien we nu al een grote overlap met transitierisico’s. Als we bij een zwaar vervuilend bedrijf niet met engagement betrokken zijn, zullen we dat eerder als een groter risico beschouwen’, zegt hij.
'Als je iets wilt doen aan het klimaatrisico, moet je dus vooral bij infrastructuur zijn. Als overheden niets doen tegen klimaatverandering, of te weinig, of te laat, krijgen we de komende decennia te maken met een temperatuurverhoging van 3,5 graad.'
Leiders
Klimaatverandering plaatst investeerders niet alleen voor risico’s, het schept volgens Lewis ook nieuwe kansen. Ook in risicovolle sectoren. ‘Neem mijnbouw, een sector die intensief gebruikmaakt van energie en water, en waar mijnwerkers aan klimaatgevaren blootstaan. Maar er zijn ook mijnbouw bedrijven die stoffen delven die belangrijk zijn voor de energietransitie, zoals koper of aluminium. En er zijn bedrijven die echt vooroplopen. Mijnbouwbedrijf Rio Tinto, bijvoorbeeld, heeft onlangs een interessante paper gepubliceerd over zijn kwetsbaarheid voor stormen en overstromingen, en over de transitierisico’s. Het is het eerste gediversifieerde mijnbouwbedrijf dat steenkoolwinning helemaal uit zijn portefeuille heeft geschrapt. Dus ook in díe sector heb je spelers die voor de troepen uit lopen. Royal Dutch Shell heeft eind vorig jaar aangekondigd, samen met Climate Action 100+, dat het de reductie van CO2-uitstoot zal toevoegen als een van de KPI’s voor de beloning van de topmanagers. Omdat we via ons engagement nauw betrokken zijn bij dergelijke bedrijven in de sectoren met een grote CO2-uitstoot, weten we wie de leiders zijn.’
Lewis beklemtoont dat die kring van leiders groter is dan velen denken. ‘Tien, vijftien jaar geleden dacht iedereen bij het begrip ‘groen’ louter aan sectoren als low carbon technology, en zon- en windenergie voor een ‘groene’ belegging. Daar is ook enorm veel vooruitgang geboekt, de kosten van hernieuwbare energie zijn het voorbije decennium met 90% afgenomen. Tegenwoordig zien we dat de low carbon technology zich verspreidt over alle sectoren. Denk aan de transportsector, waar elektrische auto’s in opkomst zijn, aan de landbouw, waar drones en geavanceerde irrigatietechnieken worden ingezet en aan ontwikkelingen in de bouw- en vastgoedsector.’
Die mogelijkheden doen zich volgens Lewis in alle asset classes voor, niet alleen op de beurs, maar bijvoorbeeld ook bij private equity en obligaties. ‘Je moet oog hebben voor de behoeften aan risico’s’, zegt hij. ‘We zijn net begonnen met een nieuw fonds voor duurzame energie, bestemd voor huishoudens en kleine bedrijven in midden- en zuidelijk Afrika. Als je dat zegt, eerst ‘groen’, dan ‘Afrika’, en ten slotte ook nog eens ‘huishoudens’, dan wordt de kring van belangstellende investeerders een stuk kleiner. Het mooie is dat we dit soort dingen samen met publieke organisaties doen, zoals het VN Green Climate Fund. Dat neemt de twijfel bij investeerders een beetje weg, ook omdat die publieke partijen de eerste verliezen opvangen. Dat maakt het risico-gewogen rendement voor private investeerders aantrekkelijker.’
Infrastructuur
De vraag of de afgelopen jaren bepaalde asset classes ‘over het hoofd gezien’ zijn, beantwoordt Lewis via een omweg. ‘Sinds 1970 zijn er zo’n 2.500 onafhankelijke ESG-studies verricht. Meer dan 750 keken naar één sector en daarvan vormde beursgenoteerde aandelen 90%. Slechts zeven studies hadden betrekking op vastgoed. Dat betekent dat vastgoed vanuit research-oogpunt verwaarloosd is, terwijl het voor investeerders juist heel belangrijk is. En tegelijk is het wellicht de meest vooroplopende sector op het gebied van duurzaamheid.’
‘Infrastructuur, dat het meeste kapitaal nodig heeft om zich aan te passen, vormt de belangrijkste sector, omdat de assets een levensduur van tientallen jaren hebben. Een kolengestookte elektriciteitscentrale doet vijftig jaar lang een beroep op steenkool. Als je iets wilt doen aan het klimaatrisico, moet je dus vooral bij de infrastructuur zijn’,aldus Lewis. ‘Het goede nieuws is dat duurzaam opgewekte energie steeds goedkoper wordt. 2016 was het eerste jaar dat meer dan de helft van de nieuwe capaciteit om elektriciteit te produceren duurzaam was. Tijdens de recessie in 2008 beschouwde men ESG vaak als ‘luxe’. Weinigen wilden erin investeren. Gebeurt dat opnieuw als er weer een crisis komt? Ik denk het niet.’
In één adem voegt Lewis eraan toe dat duurzame energie veel minder overheidssteun en subsidie behoeft dan tien jaar geleden, in tegenstelling tot de vele subsidies voor fossiele brandstoffen. ‘Daar moeten we vanaf. Overheden spelen daar een rol in, maar investeerders ook. DWS stuurt al jaren open brieven naar regeringen om de druk op de ketel te houden. Waarom we dat doen? Als fiduciair ligt onze eerste verantwoordelijkheid bij de investeerders die ons hun geld toevertrouwen. Maar we komen steeds vaker problemen tegen op sociaal en moreel gebied, omdat dáár de risico’s liggen. Wij gaan sterk uit van de zeventien SDG’s van de VN en kijken of onze investeringen aan de goede of de slechte kant daarvan liggen. Als investeringen geen oplossing bieden voor klimaatverandering, honger en armoede, zijn ze riskanter. Hoe zit het met levensmiddelenbedrijven? Zoute, vette of suikerbevattende producten zijn risicovoller. Financiële risico’s en morele dilemma’s komen snel dicht bij elkaar te liggen.’
'Als je iets wilt doen aan het klimaatrisico, moet je dus vooral bij infrastructuur zijn.'